Bouw indrukwekkende toren innovatiecampus Living Tomorrow schiet goed op

De bouw van de nieuwe innovatiecampus van Living Tomorrow in Vilvoorde gaat de volgende fase in: de bovenste (12de) verdieping is afgewerkt, waarmee de indrukwekkende toren zijn maximale hoogte van 49 meter bereikt heeft. “Bouwen in de hoogte, met een zo klein mogelijke voetafdruk op de grond en zoveel mogelijk plaats voor groen, is dé manier waarop we het in de toekomst zullen (moeten) aanpakken”, aldus Frank Beliën, founder & chairman van de Living Tomorrow Group.

​Met een totale bruikbare oppervlakte van meer dan 6700 m2, verdeeld over de 14 bouwlagen (inclusief kelder en gelijkvloers), wordt het nieuwe innovatiecentrum van Living Tomorrow één van de grootste in Europa. Toch heeft het nieuwe gebouw slechts een voetafdruk van 731 m2 op de grond.

“We hebben deze voetafdruk bewust zo klein mogelijk gehouden”, verklaart Frank Beliën. “Zo zorgen we voor minder verharding op de grond en houden we zoveel mogelijk plaats over voor groen en mobiliteit.”

Het gebouw is zo meteen hét voorbeeld van hoe we zullen bouwen in de toekomst, zo gelooft Frank Beliën. “Zeker in de steden zullen we meer in de hoogte gaan bouwen. Want alleen zo kunnen we voldoende woon- en werkruimte creëren zonder alles te verharden en voldoende ruimte laten voor groene lanen, parken en fiets- en wandelgelegenheid.” 

Maximale ruimte én circulariteit

Dankzij de speciale vorm van het gebouw - een soort afgeronde driehoek die in een punt loopt - is er maximaal gebruik gemaakt van de ruimte in de hoogte.

“Per bouwlaag hebben we 400 m2 bruikbare oppervlakte (uitgezonderd de bovenste verdieping), wat ons toelaat om bijvoorbeeld een groot innovatief bewegings- en revalidatiecentrum te integreren en om op verschillende verdiepingen state-of-the-art kamers te integreren voor onze overnachtingsexperience, in samenwerking met voco hotels. Mét spectaculair uitzicht over Brussel.”

Maar er wordt niet enkel gekeken naar het maximaliseren van de ruimte, ook naar het maximaliseren van de circulariteit. “Ons gebouw zal in gebruik klimaatneutraal zijn. En dankzij onze (bouw)partners – we hebben er intussen meer dan 70 - gebruiken we ook zoveel mogelijk groene en circulaire materialen, die bijvoorbeeld gemaakt zijn uit gerecycleerde materialen en ook volledig herbruikbaar zijn na afbraak”, aldus Frank Beliën. “Denk aan de Carbstone van Vandersanden - de baksteen die CO2 absorbeert in plaats van uitstoot of aan het groene Ecopactbeton van Holcim bijvoorbeeld. AkzoNobel gebruikt gerecycleerde verven en onze vloeren van Forbo zijn volledig circulair. We bouwen ook zoveel mogelijk ‘slimme’ systemen in – bijvoorbeeld met de robotica van ABB en de zelfregulerende ramen van Schüco - waardoor we nuttige real-time data kunnen verzamelen van ons gebouw op het vlak van verbruik en gebruik.”

Snelle prefab

Nog een voordeel van het gebruik van de vele circulaire, gestandardiseerde prefab-materialen bij de bouw van de nieuwe campus is de snellere doorlooptijd. “We gebruiken bijvoorbeeld kant-en-klare binnenwanden van onze partner Xella en complete bouwelementen die vooraf geproduceerd worden en op enkele dagen tijd op de bouwplaats worden geassembleerd.”

De bouw schiet dan ook stevig op. “We streven ernaar om het gebouw tegen het einde van het jaar volledig winddicht te hebben. Dan zullen ook de stellingen weg kunnen en zal de toren in volle glorie te bewonderen zijn”, besluit Frank Beliën.

De ambitie is om de volledige bouw af te ronden in de eerste helft van volgend jaar en om de nieuwe innovatiecampus - die zal tonen hoe slim onze huizen, steden, gebouwen, mobiliteit en gezondheidszorg kunnen zijn in 2030 - te openen rond de zomer van 2023.