Wat is het verschil tussen een EPD (Environmental Product Declaration) en een LCA (Life Cycle Assesment)
Een EPD is een korte versie van een LCA-rapport. Het is eenvoudiger te lezen, en dus gemakkelijker te gebruiken in de communicatie, dan een LCA-rapport.
Een EPD is dan ook een gestandaardiseerd document, op basis van een geharmoniseerde Europese norm, met de LCA-resultaten en een goede beschrijving van het product. Een correcte LCA-studie met een volledig LCA-rapport, dat de impact van een product op het milieu toont, moet altijd worden uitgevoerd voordat een EPD kan worden opgemaakt.
Bij het vergelijken van verschillende isolatiematerialen kiest Recticel ervoor om LCA-calculaties (volgens EN15804+A2 standaard) te vergelijken op basis van modules A1 – A3 (cradle to gate) indien er geen recyclageopties zijn voor de verschillende materialen. Die keuze wordt ingegeven door de aard van onze isolatieproducten, waarbij de levensduur van een gebouw vaak vijftig tot zestig jaar beslaat voordat onze isolatieplaten aan het einde van hun levensduur komen. Tegen die tijd zullen er hoogstwaarschijnlijk opties beschikbaar zijn voor recyclage voor ten minste een deel van de PIR-platen. Daarnaast zijn er voor de end of life scenario’s voor isolatiemateriaal twee default scenario’s, namelijk verbranden en/of storten. De keuze van het scenario is afhankelijk van het type isolatiemateriaal.
Echter, in een Environmental Product Declaration (EPD) moeten we ons houden aan wat op vandaag mogelijk is. Daarom wordt het end-of-life scenario voor onze platen momenteel vastgesteld als verbranding met energieterugwinning, waarbij elektriciteit en warmte worden teruggewonnen tijdens het verbrandingsproces. Dit verbrandingsproces gaat echter gepaard met een aanzienlijke CO2-uitstoot, die ongeveer 40 tot 45% van de totale CO2-uitstoot gedurende de hele levenscyclus van onze platen vertegenwoordigt.
In vergelijking hiermee hanteren glaswolfabrikanten bv. het end-of-life scenario van storten, wat op het eerste zicht niet duurzaam lijkt. De reden voor hun keuze voor storten is dat hun producten niet brandbaar zijn, waardoor verbranding geen optie is. Omdat er echter vrijwel geen CO2 vrijkomt bij het storten, hebben ze op vandaag een groot voordeel wat betreft de carbon footprint over de totale levenscyclus van hun producten.
Om een eerlijkere vergelijking te maken, kijken we dus naar de milieueffecten in de modules A1-A3. Hierbij is het echter belangrijk op te merken dat een analyse van de volledige levenscyclus accurater zou zijn indien een product zou kunnen gerecycleerd worden.
Recticel heeft drie EPD’s in België.
Wil je de volledige rapporten lezen? Neem dan een kijkje in onze technische bibliotheek.