Blog
26.07.2023

Duurzaamheid meten kan met de juiste duurzaamheidslabels

In onze sector zijn er heel wat duurzaamheidslabels en -claims. Belangrijk, want bouw- en renovatieprojecten moeten aan steeds strengere voorwaarden voldoen. Pik er dus de labels uit die je helpen om je doelen te bereiken. Nicolas Vyncke, voorzitter van de Ingenium Group zet je op weg.

Nicolas Vyncke

“Duurzaamheid is een heel algemeen begrip. Het gaat over hoe je omgaat met je medewerkers en je omgeving, maar evengoed over je gebouw, je materiaalkeuze en hoe je je werven aanpakt. En dus zijn er ook heel wat duurzaamheidslabels. Ons advies is dat je die labels eruit moet kiezen, die het beste passen bij het doel dat je wil te bereiken.”

1) Zet stappen vooruit in duurzaam ondernemen
Ga voor het B Corp-certificaat of de SDG’s (Sustainable Development Goals of Duurzame Ontwikkelingsdoelen) van de Verenigde Naties.

2) Kies zelf de targets die je nastreeft
Zoals Recticel, kun je hier werken met SBTi. Dit zijn de zogenaamde Scientific Based Targets.
(Meer weten over SBTi? Lees hier meer.)

3) CO2-voetafdruk
Gebruik de CO2-prestatieladder en het Greenhouse Gas Protocol. Sinds begin 2023 zijn grote Europese bedrijven verplicht volgens een vastgelegd schema te rapporteren over hun ESG-beleid. Dat staat voor Environmental, Social en Governance.

 4) Duurzaamheidslabels op gebouwniveau
Kijk welk label de grootste commerciële waarde heeft voor jou

  • BREEAM en LEED zijn Angelsaksische duurzaamheidssystemen die een duidelijke commerciële waarde hebben. Daar staat wel een stevig prijskaartje tegenover, ook wat de effectieve certificatie betreft.
  • GRO: in Vlaanderen wordt dit de nieuwe standaard, maar die zal misschien voor buitenlandse investeerders niet genoeg commerciële waarde hebben. Dat moeten we afwachten.
Nicolas Vyncke, voorzitter Ingenium Group

“Vanaf 2027 verwachten we een koolstoftaks op niet-duurzame gebouwen. Hoe meer CO2 je uitstoot, hoe meer je zal betalen. Er zijn verschillende scopes om rekening mee te houden bij het berekenen en reduceren van je CO2-uitstoot. Scope 1 gaat over de directe uitstoot van je organisatie. Met andere woorden, wat genereer je zelf als organisatie. Als ik kijk in mijn eigen bedrijf dat stel ik vast dat we 2 grote bronnen hebben van CO2-uitstoot, dat is namelijk de verwarming van onze gebouwen, maar vooral de uitstoot van de wagens die gebruikt worden voor het vervoer van en naar het werk, en voor professionele verplaatsingen. Bijna 70% van de CO2-uitstoot van de Ingenium Group komt dus van personenvervoer."

"Wij hebben beslist om al onze bedrijfswagens elektrisch te maken, en tegen eind 2023 zal bijna heel ons wagenpark elektrisch zijn. Verder stimuleren wij op alle mogelijke manieren onze medewerkers om met de fiets naar het werk te komen en zoveel als mogelijk het openbaar vervoer te nemen. Wat betreft onze verschillende kantoren hebben we er eerst voor gezorgd dat die zo goed als mogelijk stevig geïsoleerd zijn. We schakelen ook gradueel over naar warmtepompen. Onze daken liggen vol met PV-panelen waardoor we toch een belangrijk deel van ons eigen elektrische gebruik zelf kunnen opwekken met hernieuwbare energie.”

Scope 2 gaat over de indirecte uitstoot van CO2 door het gebruik van energie die elders is opgewekt. Ingenium Group heeft al een paar jaar geleden beslist om met een energieleverancier te werken die kan garanderen dat de stroom van hernieuwbare bronnen komt.

Dit zijn al met al geen zo’n lastige maatregelen, en ze kosten ons zeker niet meer. Integendeel, de TCO van elektrische wagens is beter dan die van fossiele wagens. Onze zonnepanelen hebben we allemaal terugverdiend binnen 4 à 5 jaar. Maar zorg er éérst voor dat je gebouw (daken, gevels) goed is geïsoleerd zodat je de energievraag beperkt.

Scope 3 gaat over je toeleveranciers. Werken zij wel duurzaam? Die scope is heel moeilijk om aan te pakken, maar wel een belangrijke. Als alle actoren hun ‘duurzame’ steentje bijdragen, dan wordt koolstofneutraliteit een haalbare kaart.

Duurzaamheid bepaalt de prijs, de prijs is de overtuigende factor

“De mogelijkheden en de wetgeving om een niet-residentieel gebouw koolstofneutraal te maken, zijn er. Maar mensen kun je moeilijk overtuigen met een lagere CO2-uitstoot. Geef je echter mee wat een goed geïsoleerd gebouw financieel oplevert, dan luisteren ze.” Lees: economische voordelen vormen de trigger. De oneliner ‘Groen is poen’ is steeds meer op zijn plaats.

Vroeger was locatie alles. Lag je gebouw op een strategisch handige plaats, dan was het veel geld waard. Vandaag is dat anders. Nicolas Vyncke: “Vastgoed daalt vandaag in waarde als het niet duurzaam is. Gebouwen kunnen zelfs waardeloos worden, wat we 'stranded assets' noemen. We merken bovendien dat jongeren veel aandacht schenken aan duurzaamheid, waardoor duurzame bedrijven winnen. Dan spreken we niet enkel over CO2‑uitstoot natuurlijk, maar ook over welzijn.” Hierover vertelt hij meer in dit artikel.

Wat kan de overheid nog meer doen om de verduurzaming in de sector te versnellen?

“Onze overheden moeten gerichte steun geven aan die partijen die het moeilijker hebben om hun gebouwen radicaal te gaan verduurzamen. Geef gerichte subsidies, geef de nodige begeleiding, vereenvoudig de vergunningsprocedures, bijvoorbeeld voor het bijkomend isoleren van bestaande gebouwen. De huidige wetgeving gaat momenteel niet ver genoeg en creëert lock-in effecten,” vertelt Kati Lamens ons. Lees haar mening in volgend artikel.

Wil je alles nog even op een rijtje zetten over dit onderwerp? Nicolas geeft je in onderstaande video een beknopte samenvatting over dit onderwerp!

Recticel en duurzaamheid

Wil je weten welke stappen Recticel zet op het vlak van duurzaamheid? 

Lees hier meer!

Lees meer arrow_forward